Dé persoon met dementie bestaat niet. De symptomen die zichtbaar zijn, zijn erg afhankelijk van het type dementie. De symptomen komen ook niet plots van de ene op de andere dag opduiken maar nemen vaak toe met de tijd. Dat maakt dat een persoon die een diagnose dementie krijgt, meestal nog heel wat jaren thuis kan functioneren. Op langere termijn is meer ondersteuning van de omgeving en professionele hulp vaak nodig.
Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. De meest bekende en meest voorkomende vorm is de ziekte van Alzheimer. We linken dementie vaak aan geheugenklachten. Dat is inderdaad het geval bij de ziekte van Alzheimer, maar bij bijvoor-beeld een Fronto-temporale dementie wordt de spraak en taal eerst aangetast en pas later het geheugen.
Er klopt toch iets niet...
De eerste verschijnselen van dementie verschillen per persoon en per type van de aandoening. Meestal merkt de partner of een familielid kleine veranderingen in het gedrag of geheugenklachten op. Ze hebben het gevoel dat er iets niet pluis is. De eerste verschijnselen van dementie zijn meestal subtiele gedragsveranderingen. Alle activiteiten waarvoor we aandacht en concentratie nodig hebben kost een persoon met dementie extra inspanning. Iemand met dementie krijgt bijvoorbeeld moeite met:
- zich iets herinneren wat kort geleden is gebeurd
- zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden
- zich oriënteren
- het juiste woord vinden
- nieuwe dingen leren
- zijn emoties onder controle houden
- beslissingen nemen
- een televisieprogramma of gesprek volgen
- de agenda of administratie bijhouden
- rekenen en met geld omgaan